Verhalen spinnen lezen

Hieronder zie je het leesschema van Verhalen Spinnen. Elk blokje staat voor een hoofdstuk van een verhaal. Als je op een blokje klikt, verschijnt onder het leesschema dat hoofdstuk. Als een blokje nog grijs is, moet dat hoofdstuk nog geschreven worden. Om één verhaal te lezen, volg je de pijlen en de kleuren in het leesschema. Elk verhaal krijgt zijn eigen kleur.  Je kunt het lezen of de video bekijken waarin de schrijvers  hun hoofdstuk voorlezen.

Onderin het leesschema zie je bij elk verhaal open staan. Als je hierop klikt, krijg je alle hoofdstukken van dat verhaal op een rijtje te zien in een pdf-bestand. Je kunt dan het hele verhaal achter elkaar lezen. In het gekleurde schema, bovenaan elk hoofdstuk, zie je welke lijn er wordt gevolgd. Je kunt het hele  verhaal ook uitprinten.

Video bekijken
Klik op de zwarte pijl om de video te starten. Op de video zie je de schrijvers hun hoofdstuk voorlezen. Aan het eind van deze video kun je doorklikken naar het vorige of volgende hoofdstuk of de video opnieuw bekijken.



 

 

                         
Hoofdstuk 1                        
   
                 
Hoofdstuk 2
08-09-2008
                       
   
 
             
Hoofdstuk 3
15-09-2008
                       
   
 
 
         
Hoofdstuk 4
30-11--1
                       
   
 
 
 
     
Hoodfstuk 5
30-11--1
                       
   
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 6
30-11--1
                       
                         
    Verhaal 1   Hoe alles weer goed kwam   De wraak van de rovers   Verhaal 4   Verhaal 5   Verhaal 6


De wraak van de rovers - Hoofdstuk 4 - IJs

Hijgend holde Menno in de richting van de bosjes. Hij zag alleen kale sprieten. Geen enkele plek waar ze zich onzichtbaar konden maken. Hij had beter moeten nadenken. De paarden moeten losmaken. Of beter nog: zelf de paarden gebruiken bij hun vlucht. Nu was het te laat. Achter hem hoorde hij Anna struikelen. Ze schreeuwde het uit van pijn. Daar nog verder achter hoorde hij de deur van het houten huisje dichtslaan.
Er was maar één uitweg: de voorde. Zou het ijs dik genoeg zijn om hen te dragen?
Waar bleef Anna nou? Hij keek achterom. Ze was verdwenen.
‘Menno!’
Ze riep hem. Even kwam haar hoofd omhoog uit de kuil waarin ze gevallen was.
‘Hier zien ze ons niet.’
Hij nam een duik en belandde naast haar in de kuil.
‘We kunnen hier niet blijven,’ zei Menno. ‘Ze zullen ons vinden. Kom, we gaan het ijs op.’
Maar Anna luisterde niet naar hem. ‘Heb je gezien wat ze deden?’
Menno schudde zijn hoofd. Het kon hem niets schelen wat die twee daar deden. Hij wilde weg.
‘Ze gaf de Heer van Coevorden een leren buidel. Er rolden munten over de tafel.’ Het verbaasde Menno dat zijn nichtje in dat ene ogenblik zoveel had zien gebeuren. Maar het ergerde hem dat ze niet begreep dat ze moesten vluchten. Van Coevorden kon gemakkelijk hun sporen volgen in de verse sneeuw.
‘Nu!’ beet hij Anna toe. Ze knikte. Gebukt renden ze tussen de kale struiken door in de richting van de ijsvlakte. Meteen wist Menno dat ze gezien waren. De Heer van Coevorden gaf zijn paard de sporen.
Eindelijk bereikten Menno en Anna de rietkraag. Hier begon het ijs. Anna aarzelde, maar Menno trok haar mee. Er was maar één uitweg. Onder hun voeten begon de ijsvloer vervaarlijk te kraken. Anna gilde van angst. Menno was blij. Hij voelde dat het ijs sterk genoeg was om twee rennende kinderen te dragen. Of dat ook voor paarden gold, was nog maar de vraag.

‘Kijk nou toch,’ riep Anna. Ze wees. Hij keek naar de overkant van de beek. Naar de heuvel die door de dorpelingen de Galgenberg werd genoemd. Wat bedoelde Anna toch? Ze kon beter zorgen dat ze heelhuids de overkant van de voorde bereikten.
Gekraak! Menno kon het niet laten achterom te kijken. Voor zijn ogen zakten de voorbenen van Reinouds paard door het ijs. Ze waren veilig. Glijdend, vallend en struikelend bereikten Menno en Anna de heuvel.
‘We hoeven niet meer bang te zijn,’ zei Menno tegen zijn nichtje. ‘We lopen gewoon dwars door het moeras terug naar het dorp.
Anna schudde haar hoofd. Er ontsnapten witte wolkjes uit haar mond. Haar ijsblauwe ogen keken hem doordringend aan.
‘Echt, het is veilig,’ zei hij, wetend dat het het moeras ook bevroren was.
Anna wees opnieuw naar de kale bomen. Toen zag hij het: aan de hoogste tak van de middelste boom bungelde een juten zak. Het was windstil en toch zag hij die zak voor zijn ogen duidelijk bewegen...



De wraak van de rovers Hoofdstuk 3

De wraak van de rovers - Hoofdstuk 4 - IJs
Geschreven door Arend van Dam
De wraak van de rovers Hoofdstuk 5