Verhalen spinnen lezen

Hieronder zie je het leesschema van Verhalen Spinnen. Elk blokje staat voor een hoofdstuk van een verhaal. Als je op een blokje klikt, verschijnt onder het leesschema dat hoofdstuk. Als een blokje nog grijs is, moet dat hoofdstuk nog geschreven worden. Om één verhaal te lezen, volg je de pijlen en de kleuren in het leesschema. Elk verhaal krijgt zijn eigen kleur.  Je kunt het lezen of de video bekijken waarin de schrijvers  hun hoofdstuk voorlezen.

Onderin het leesschema zie je bij elk verhaal open staan. Als je hierop klikt, krijg je alle hoofdstukken van dat verhaal op een rijtje te zien in een pdf-bestand. Je kunt dan het hele verhaal achter elkaar lezen. In het gekleurde schema, bovenaan elk hoofdstuk, zie je welke lijn er wordt gevolgd. Je kunt het hele  verhaal ook uitprinten.

Video bekijken
Klik op de zwarte pijl om de video te starten. Op de video zie je de schrijvers hun hoofdstuk voorlezen. Aan het eind van deze video kun je doorklikken naar het vorige of volgende hoofdstuk of de video opnieuw bekijken.



 

 

                         
Hoofdstuk 1                        
   
                 
Hoofdstuk 2
08-09-2008
                       
   
 
             
Hoofdstuk 3
15-09-2008
                       
   
 
 
         
Hoofdstuk 4
30-11--1
                       
   
 
 
 
     
Hoodfstuk 5
30-11--1
                       
   
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 6
30-11--1
                       
                         
    Verhaal 1   Hoe alles weer goed kwam   De wraak van de rovers   Verhaal 4   Verhaal 5   Verhaal 6


Verhaal 1 - Hoofdstuk 2 - Groot alarm!

  Video bekijken
Klik op de zwarte pijl om de video te starten. Op de video zie je de schrijvers of de leerlingen hun hoofdstuk voorlezen. Aan het eind van deze video kun je doorklikken naar het vorige of volgende hoofdstuk of de video opnieuw bekijken.

‘Ik zag wat,’ zegt Anna. ‘Daar op die heuvel, bij die hoge bomen!’
‘Dat is het wilgenbos,’ zegt Menno. ‘Ik zag het ook,  drie donkere schaduwen.’
Menno tuurt naar de wilgen, maar door de kou en de schittering van de laagstaande zon springen er tranen in zijn ogen. Hij draait zich om en veegt zijn gezicht af. Als hij opkijkt, ziet hij de huizen van Coevorden. Uit de honderden schoorstenen stijgen witte rookpluimen op. Het lijkt wel een sprookje, denkt Menno. Even vergeet hij de zorgen die hij zich al een paar dagen over zijn vader maakt. Dan draait hi j zich weer om. Hij tuurt weer naar de wilgen, maar hij ziet niets meer.
‘Ze zijn weg,’ zegt Menno teleurgesteld.
‘Ik zag ze ook lopen,’ zegt Anna trots. ‘Drie schaduwen, vlak naast het pad. Waren dat onze vaders?’
Menno schudt zijn hoofd.
‘Ik hoop het niet,’ zegt hij. ‘Want ze zijn met zijn vieren vertrokken, elk met een paard. Als ze dan met zijn drieën te voet terugkomen, is er vast iets ergs gebeurd.’
Anna denkt even na en haalt diep adem.
‘Dan zijn het anderen,’ zegt ze stoer.
Menno knikt en kijkt opeens heel ernstig. Er schiet hem iets te binnen, iets wat zijn vader zei toen hij wegging.
‘Als eerst de stadsbrief maar veilig binnen de muren is,’ had zijn vader gezegd. ‘Want als Reinoud van Coevorden dit hoort, kunnen we nog wat verwachten ...’
‘Reinoud van Coevorden,’ mompelt Menno.
Even is het stil.
‘Was die echt zo gemeen?’ vraagt Anna.
Menno knikt en kijkt om zich heen. Zal hij de poortwachter vertellen wat hij zag?
‘Wat deed hij dan voor gemene dingen?’ vraagt Anna.
‘Mensen moesten veel belasting aan hem betalen,’ zegt Menno. ‘En wie dat niet deed, werd door hem beroofd met een pak slaag toe. Hij heeft ook mensen vermoord, volgens Teunis heeft hij de broer van oude Greet laten ophangen. Die had wel iets gedaan, maar geen halszaak. Dus dan mag je niet opgehangen worden.’
‘Wat had die broer dan gedaan?’ vraagt Anna.
Menno wil antwoorden, maar houdt zijn mond als hij voetstappen hoort. Hij kijkt achter zich en ziet dat de poortwachter de trap naar de muur opklimt. 
‘En, zien jullie vier ruiters komen?’ vraagt de poortwachter.
‘Nog niet,’ zegt Menno. ‘Maar we zagen wel een paar gedaanten op de heuvel bij het wilgenbos.’
De schildwacht schrikt. Hij kijkt met ongeruste blik naar het wilgenbosje ver buiten de stadsmuur.
‘Zagen jullie die gedaanten daar?’ vraagt hij, terwijl hij naar de bomen wijst.
Menno en Anna knikken tegelijk.
‘Ze liepen een stukje naast het pad, aan de kant van de heuvel,’ zegt Menno.
‘Een uitstekende plek voor een hinderlaag,’ zegt de poortwachter. ‘Maar wie zou dat doen, op klaarlichte dag?’
Even schudt de poortwachter zijn hoofd. Dan haalt hij diep adem en mompelt: ‘Reinoud van Coevorden.' 
Vervolgens loopt hij met grote stappen de trap af, bonkt op de deur van het wachtershuis en schreeuwt:
‘Trompetter, blaas voor verzamelen! Alle mannen paraat! Groot alarm!’



Verhaal 1 Hoofdstuk 1

Pagina: 1 2
Volgende
Verhaal 1 - Hoofdstuk 2 - Groot alarm!
Geschreven door Peter Smit
Verhaal 1 Hoofdstuk 3