Verhalen spinnen lezen

Hieronder zie je het leesschema van Verhalen Spinnen. Elk blokje staat voor een hoofdstuk van een verhaal. Als je op een blokje klikt, verschijnt onder het leesschema dat hoofdstuk. Als een blokje nog grijs is, moet dat hoofdstuk nog geschreven worden. Om één verhaal te lezen, volg je de pijlen en de kleuren in het leesschema. Elk verhaal krijgt zijn eigen kleur.  Je kunt het lezen of de video bekijken waarin de schrijvers  hun hoofdstuk voorlezen.

Onderin het leesschema zie je bij elk verhaal open staan. Als je hierop klikt, krijg je alle hoofdstukken van dat verhaal op een rijtje te zien in een pdf-bestand. Je kunt dan het hele verhaal achter elkaar lezen. In het gekleurde schema, bovenaan elk hoofdstuk, zie je welke lijn er wordt gevolgd. Je kunt het hele  verhaal ook uitprinten.

Video bekijken
Klik op de zwarte pijl om de video te starten. Op de video zie je de schrijvers hun hoofdstuk voorlezen. Aan het eind van deze video kun je doorklikken naar het vorige of volgende hoofdstuk of de video opnieuw bekijken.



 

 

                         
Hoofdstuk 1                        
   
                 
Hoofdstuk 2
10-03-2008
                       
   
 
             
Hoofdstuk 3
17-03-2008
                       
   
 
 
         
Hoofdstuk 4
07-04-2008
                       
   
 
 
 
     
Hoodfstuk 5
14-04-2008
                       
   
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 6
24-04-2008
                       
                         
    De grote verrassing   De zoektocht naar Pelle   De poort naar...   Gevecht met de Dood   Het spel met de Schaduw   Hoe overleef ik ... de Dood?


De poort naar... - Hoofdstuk 4 - Hier met die kinderen!

  Video bekijken
Klik op de zwarte pijl om de video te starten. Op de video zie je de schrijvers of de leerlingen hun hoofdstuk voorlezen. Aan het eind van deze video kun je doorklikken naar het vorige of volgende hoofdstuk of de video opnieuw bekijken.

De bomen in het schaduwwoud staan zo dicht op elkaar dat het er koud en schemerig is. De zon schijnt hier nooit. Alleen de maan zorgt af en toe voor een zwak schijnsel.
Ze lopen vlak achter elkaar over het smalle pad, Pakjan voorop. Daarna volgen Selier en Engel met Aya en Mikka op hun armen. Blackburn en Gras sluiten de rij.
‘Ben jij bang, Pakjan?’ fluistert Selier.
‘Ik, bang?’ Pakjan lacht spottend.
Natuurlijk is hij bang, maar dat hoeven de anderen niet te weten.
Aya begint weer zachtjes te huilen. ‘Stil maar,’ sust Selier, ‘alles komt goed.’
Maar daar is Pakjan niet van overtuigd. Wat moeten ze doen als ze bij de Maanberg komen, Aya en Mikka zomaar aan dat monster geven? Alstublieft, uw lievelingskostje, mogen we nu Nonnebeet terug? Dit komt helemaal niet goed. Ze moeten een plan verzinnen, maar wat?
Hij steekt zijn hand op. ‘Stop, we moeten praten.’
In het roomkleurige licht van de maan rijst een reusachtige berg voor de Dumpkids op. Ergens boven klinkt een schrille kreet. Is het een lach of een kreet van pijn? Pakjan voelt dat Selier zijn hand grijpt. Aya begint weer te huilen. En Blackburn zwaait met de stok die hij onderweg heeft opgeraapt.
‘Dumpkids geven nooit op,’ zegt Pakjan.
Hij ontdekt een pad dat in de rotsen is uitgehakt. Ze klauteren verder totdat ze op een soort plateau uitkomen. Er waait hier een kille wind.
‘Zie je dat gat?’ wijst Gras, ‘een grot.’
Pakjan begrijpt genoeg en wenkt Blackburn. ‘Ben je er klaar voor?’
Als Blackburn knikt, zet Pakjan zijn handen aan zijn mond. ‘Waar blijf je nou, schaduwmonster?’
Een ogenblik is het doodstil. Dan klinkt er een soort geruis. Een lange gestalte verschijnt in de grotopening. Hij draagt een zwarte mantel met een kap en uit de mouwen steken twee klauwen.
‘Hier met die kinderen,’ klinkt het schor.
‘Eerst Nonnebeet terug,’ antwoordt Pakjan.
‘Maak hem niet boos,’ smeekt Selier.
Bijna onmerkbaar gebaart Pakjan naar Blackburn die meteen zijn dikke trui uittrekt.
‘Wie is hier de baas?’ sist het schaduwmonster.
Opeens gaat alles heel snel. Met zijn aansteker zet Blackburn de mouw van zijn trui in brand. Hij prikt de trui op het uiteinde van de stok. ‘Nu Pakjan!’
Met de stok in zijn hand loopt Pakjan naar voren. Het schaduwmonster deinst achteruit, de grot in. Pakjan volgt hem op de hielen. In het licht van de vlammen ziet hij het schaduwmonster om een hoek verdwijnen.
‘Pakjan, ben jij dat?’
Hij kijkt opzij, naast hem bevindt zich een nis in de rotswand. Twee figuren zitten aan elkaar vastgebonden, Nonnebeet en Pelle!
Pakjan laat de brandende trui op de grond vallen en begint het touw los te knopen.
‘Hoe is je dit gelukt?’ vraagt Pelle.
Het schaduwmonster is bang voor licht,’ antwoordt Pakjan, ‘opschieten nu! De vlammen worden al zwakker.’
Met zijn drieën haasten ze zich naar de uitgang van de grot.



De poort naar... Hoofdstuk 3

De poort naar... - Hoofdstuk 4 - Hier met die kinderen!
Geschreven door Kees Opmeer
De poort naar... Hoofdstuk 5