Verhalen spinnen lezen

Hieronder zie je het leesschema van Verhalen Spinnen. Elk blokje staat voor een hoofdstuk van een verhaal. Als je op een blokje klikt, verschijnt onder het leesschema dat hoofdstuk. Als een blokje nog grijs is, moet dat hoofdstuk nog geschreven worden. Om één verhaal te lezen, volg je de pijlen en de kleuren in het leesschema. Elk verhaal krijgt zijn eigen kleur.  Je kunt het lezen of de video bekijken waarin de schrijvers  hun hoofdstuk voorlezen.

Onderin het leesschema zie je bij elk verhaal open staan. Als je hierop klikt, krijg je alle hoofdstukken van dat verhaal op een rijtje te zien in een pdf-bestand. Je kunt dan het hele verhaal achter elkaar lezen. In het gekleurde schema, bovenaan elk hoofdstuk, zie je welke lijn er wordt gevolgd. Je kunt het hele  verhaal ook uitprinten.

Video bekijken
Klik op de zwarte pijl om de video te starten. Op de video zie je de schrijvers hun hoofdstuk voorlezen. Aan het eind van deze video kun je doorklikken naar het vorige of volgende hoofdstuk of de video opnieuw bekijken.



 

 

                         
Hoofdstuk 1                        
   
                 
Hoofdstuk 2
03-09-2007
                       
   
 
             
Hoofdstuk 3
10-09-2007
                       
   
 
 
         
Hoofdstuk 4
17-09-2007
                       
   
 
 
 
     
Hoodfstuk 5
24-09-2007
                       
   
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 6
03-10-2007
                       
                         
    Het Blauwe Meer Monster   Blauwe duivels   Blauwe wereld   De geheimzinnige kelder   Het blauwekousenmonster   De rode overwinning.


De rode overwinning. - Hoofdstuk 6 - De rode overwinning

  Video bekijken
Klik op de zwarte pijl om de video te starten. Op de video zie je de schrijvers of de leerlingen hun hoofdstuk voorlezen. Aan het eind van deze video kun je doorklikken naar het vorige of volgende hoofdstuk of de video opnieuw bekijken.

....stond Kaskaay er ineens achter hun! De kinderen keken verbaasd want het slijm droop van zijn gezicht.
'O gelukkig,' verbrak Daan de stilte. 'Ik dacht even dat je het monster was.'
'Ja, misschien ben ik dat ook wel,' zei Kaskaay geheimzinnig.
Hij tikte 1 keer met zijn staf op de grond en veranderde opeens in het gigantische blauwe kousen monster! Daan liet van schrik zijn fakkel vallen. Razendsnel draaide Sam zich om en zag tot haar afkeer dat Ik verdwenen was!
'Rennen!' gilde ze en ze zetten het op een lopen.
'O nee!' riep Daan verschrikt toen ze bij een doodlopende muur aankwamen. Intussen hoorden ze Kaskaay steeds dichterbij komen.
'We zijn er geweest,' fluisterde Sara angstig en moest zich vastgrijpen aan een dichtstbijzijnde balk om niet flauw te vallen.
'Ooh,' bracht ze verschrikt uit toen de balk verschoof en een gat in de muur zichtbaar werd. Ze bedachten zich geen moment en wurmden zich door het gat in de muur. Erachter kwamen ze in een grote grot waar gloeiende lava smeulde. 'Wat moeten we nu doen?' zei Sam angstig. 'Er is geen ontsnappen mogelijk!' Intussen merkten ze dat Kaskaay zich weer in zijn mensen gedaante door het gat had gewurmd en dreigend op hen af liep.
'Springen!' zei Daan. 'We kunnen niet anders.'
'Maar de lava dan!' bracht Sara verschrikt uit terwijl ze angstig naar de gloeiend hete massa keek.
'We moeten wel,' zei Sam grimmig en ze pakten elkaars hand en sprongen tegelijk in de lava en hoopten op een wonder.
Tot haar verbazing merkte Sam dat de lava helemaal niet zo heet was als ze had gedacht en ze zakten langzaam door de dikke smurrie. Net toen ze dacht dat ze zou stikken loste de smurrie zich op en ze vielen op de grond. Toen ze overeind gekrabbeld waren merkten ze dat ze in een groot laboratorium waren terecht gekomen, wat verlicht werd door een fakkel. Terwijl ze rondkeken hoorden ze een gil van Daan..
'Daar!' riep hij toen en wees doodsbleek naar een hoekje. En in dat hoekje zagen ze.. IK!! Hij zag er anders uit dan normaal. Er staken allemaal buizen en draden door zijn hoofd heen. En hij zat vast aan een groot grijs ding dat veel weg had van een hele grote computer.
'Volgens mij is hij een robot!' riep Sara.
'Dat zou veel verklaren,' zei Daan.
'Kijk daar!' riep Sam op haar beurt en ze wees op een grote ronde tafel waar een kaart op was afgebeeld. Ze verzamelden zich om de tafel en keken er met grote ogen naar.
'Volgens mij staat hier hoe we naar huis kunnen!' fluisterde Sara.
'Dat zou best eens kunnen!'
Ze bogen zich verder naar de kaart toe en lazen:

'Wie uit deze gangenstelsels wil komen moet eerst het blauwe kousen monster verslaan en hem met rode kleren bekleden. Dan de spreuk opzeggen die aan de eerst poort hangt. Daarna zul je naar boven moeten om naar de mensen wereld te kunnen. Ps: het monster kan van ongeveer 1000 kilometer afstand je nog horen.'

'Waanzinnig!' riep Daan uit toen ze uitgelezen waren.
'We moeten dus aan rode kleren zien te komen,' zei Sam die aandachtig een grote kast bestudeerde.
'Wat zou daar in zitten?' vroeg Sara nieuwsgierig.
Ze greep de deurklink en trok de kast open.
'Ooh!' riepen ze en zagen allemaal rode kleren en een fluitje.
'Volgens mij moeten we die het monster laten aandoen!' riep Daan enthousiast. 'Goed, pak jij die kleren maar,' zei Daan.
'Waarom? Doe jij het maar!' zei Sam geërgerd.
'Ja, maar jij bent de held!' begon Daan weer in de tegenaanval.
'Ik doe het wel,' zei Sara ongeduldig en greep de kleren.
'Zouden we het fluitje ook nodig hebben?' vroeg Daan.
'Ik denk het wel, misschien kan het monster er niet tegen omdat hij zo goed hoort!' zei Sam.
'Ja! Daar zal hij vast niet tegen kunnen!' riep Daan en hij pakte het fluitje.
'Op de kaart staat dat we naar boven moeten!'
'Dan moeten we eerst hier weg zien te komen.'
'Ja,' zei Daan weer en wees naar een trap die naar boven leidde. Ze liepen die trap op. Aan het einde van de trap stond een deur.
'Wacht, neem de fakkel mee!' zei Sara en liep terug om hem te pakken.
Ze liepen naar boven en kwamen bij een deur. Ze deden de deur zachtjes open en ze stapten een donkere ruimte binnen. Aan de andere kant van de ruimte zag Sam in het licht van de fakkel een deur. Daar! wees ze. Ze deden de deur open en liepen door. Daan deed de deur dicht.
'Kom we gaan door,' zei Sam.
Ze keken rond en zagen dat ze in een lange gang terecht gekomen waren. Aan het eind van de gang was een deur. Ze liepen naar de deur.
'Stop!' riep Daan angstig. 'Hier moet het zijn. Heb je de kleren en de fakkel?'
'Ja! En het fluitje niet te vergeten,' zei Sam.
'Goed dan kunnen we gaan.'
Ze deden de deur open en zagen niet veel. Daan hield de fakkel hoog op zodat ze meer konden zien, en met de kleren in de aanslag schuifelden ze voetje voor voetje verder. Opeens kwam er een donker iets tevoorschijn.
'Het monster!' riep Sara.
'Snel! Fluit op het fluitje!'
'Oké,' zei Sara.
Flllllluuuuuuut!!!!!!
Het monster brulde van de pijn en drukte zijn harige poten tegen zijn oren. Sara nam nog eens diep adem en floot nog een keer.
Flluuuuuuut!! ging het voor tweede keer.
Het monster lag nu op de grond en de kinderen bedachten zich geen moment en doken er bovenop.
'De kleren!' riep Daan en Sam trok eerst de rode broek bij hem aan terwijl Sara bovenop het monster ging zitten. Toen ze klaar waren brulde het monster nog harder dan eerst en sprong op en neer.
'Het lijkt wel de klompendans!' gniffelde Sara.
'Moeten we nu niet de spreuk opzeggen, of zo?' dacht Daan hardop.
'We proberen het gewoon,' zei Sam terwijl ze een kring om het monster vormden.

'Blauwe sokken, blauwe sokken, vind me snel, vind me snel, anders gaat het licht uit en verdwijnt Ik naar de hel.'

Het monster hield op met springen en viel met een doffe klap op de grond.
'En Appie dan?' zei Sara toen.
En net toen ze het gezegd had vloog er een deur open en verscheen er eentrillende Appie.
'Appie!' riepen ze in koor terwijl Sara hem tegemoet snelde.
'Ik denk dat ik jullie uitleg verschuldigd ben,' zuchtte hij.
'Ja!' zei Sam en keek hem boos aan.
'Kaskaay beloofde me een groot huis voor ons twee. En dan zou hij Sara en mij sparen als ik informatie aan hem doorspeelde. Maar achteraf zie ik in dat het alleen maar mooie praatjes waren. Willen jullie het me vergeven?' vroeg hij vragend.
En hij keek zo schuldig dat Sam het hem wel moest vergeven.
'Oké dan,' zuchtte Daan op zijn beurt. 'We moeten eerst zien thuis te komen.''Kaskaay vertelde me dat er aan het eind van deze kamer een trap is die naar boven leidt,' zei Appie triomfantelijk.
En ze namen de deur aan het einde van de kamer.
'Daar!' wees Appie.
En ze zagen een grote trap in het midden van de kamer. Toen ze boven waren, zagen ze op de deur een briefje gespeld met de tekst:

'O grote tovenaar, hoor mij aan. Tover ons terug naar de mensenwereld want daar komen wij vandaan!

'Precies wat wij nodig hebben,' zei Daan tevreden en ze verzamelden zich in een kring. En ze riepen in koor:

'O grote tovenaar, hoor mij aan. Tover ons terug naar de mensenwereld want daar komen wij vandaan.'

Toen ze dat gezegd hadden verscheen er als bij toverslag een lichtflits en stonden ze stonden weer in hun oude vertrouwde kelder.
'Hè?' riep Daan uit. 'We staan gewoon weer in onze kelder!'
'Gelukkig is alles goed gekomen!' zei Sara opgelucht.
'Laten we nu maar de verwarming gaan maken!' zei Daan gelukkig.



Het blauwekousenmonster Hoofdstuk 5

De rode overwinning. - Hoofdstuk 6 - De rode overwinning
Geschreven door Leerlingen Gr 7/8 OBS De Drift