Verhalen spinnen lezen

Hieronder zie je het leesschema van Verhalen Spinnen. Elk blokje staat voor een hoofdstuk van een verhaal. Als je op een blokje klikt, verschijnt onder het leesschema dat hoofdstuk. Als een blokje nog grijs is, moet dat hoofdstuk nog geschreven worden. Om één verhaal te lezen, volg je de pijlen en de kleuren in het leesschema. Elk verhaal krijgt zijn eigen kleur.  Je kunt het lezen of de video bekijken waarin de schrijvers  hun hoofdstuk voorlezen.

Onderin het leesschema zie je bij elk verhaal open staan. Als je hierop klikt, krijg je alle hoofdstukken van dat verhaal op een rijtje te zien in een pdf-bestand. Je kunt dan het hele verhaal achter elkaar lezen. In het gekleurde schema, bovenaan elk hoofdstuk, zie je welke lijn er wordt gevolgd. Je kunt het hele  verhaal ook uitprinten.

Video bekijken
Klik op de zwarte pijl om de video te starten. Op de video zie je de schrijvers hun hoofdstuk voorlezen. Aan het eind van deze video kun je doorklikken naar het vorige of volgende hoofdstuk of de video opnieuw bekijken.



 

 

                         
Hoofdstuk 1                        
   
                 
Hoofdstuk 2
15-03-2007
                       
   
 
             
Hoofdstuk 3
22-03-2007
                       
   
 
 
         
Hoofdstuk 4
19-04-2007
                       
   
 
 
 
     
Hoodfstuk 5
07-05-2007
                       
   
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 6
14-05-2007
                       
                         
    Een groot mysterie   Een groot avontuur   Verhaal 3   Verhaal 4   Het complot van de Blauwpolder   Verhaal 6


Verhaal 3 - Hoofdstuk 6 - Hoofdstuk 6

Het krantenbericht

 

“Stop hier maar even,” zei Joppe tegen de anderen. Ze stopten en gingen zitten in het gras langs de rivier. “Als we zo verder gaan kunnen we wel op de kameel,” zei tante Kasja. “Past dat dan, met z’n vieren op een kameel?” vroeg Jordi, die het een beetje een gek idee vond. “Ach ja, dat kan best.” En zo gingen ze met z’n vieren op de kameel naar huis. Sarah en Jordi in het midden tussen de bulten en tante voor en Joppe achter. Eindelijk waren ze bij hun huis en bonden ze de kameel aan een paaltje. Sarah en Jordi liepen naar de boomhut. “Weet je wat ik nou niet snap?” vroeg Jordi aan Sarah. Sarah haalde haar schouders op en zei niks. Ze klommen het trappetje op en gingen zitten. Sarah pakte de verrekijker en Jordi z’n aantekenboek. Sarah keek naar de woonboot van Sluimer. “Sluimer is er weer en hij ziet er niet zo blij uit,” fluisterde Sarah.

Later die middag ging Jordi naar huis en Sarah naar de woonboot.Tante Kasja zat in de schommelstoel en Joppe zat aan de tafel. Sarah pakte de krant en sloeg hem open. Er was meteen een krantenbericht dat Sarah opviel: Dierendief is bezig.

Blauwpolder- In de omgeving rond de Blauwpolder zijn er de afgelopen dagen dieren verdwenen. Van paard tot cavia zijn er ongeveer 20 dieren zoek. De baasjes zijn van slag en de politie zit met een raadsel. Er zijn geen bewijzen dat de dieren zijn gestolen. Alleen heeft een meisje van zeven woensdagmiddag een man met lang haar door de straten zien lopen met een doos waar gepiep uit kwam.De politie is de man aan het zoeken maar heeft geen spoor. Wilt u, nu de dieren nog niet zijn gevonden, uitkijken naar de dieren en als u iets hebt bel dan: 0591-884521.

Een dierendief, dacht Sarah. Zou Sluimer het zijn? “Sarah telefoon!” riep Joppe. “Hoi, met Sarah?” “ Hè, met Jordi, heb jij ook de krant gelezen?” “Ja, jij ook?” “Ja. Ik heb net het bericht gelezen over de dierenroof. Denk je dat Sluimer er iets mee te maken heeft?” Jordi kreeg geen antwoord op die vraag, want Sarah zei alweer iets anders: “Kom naar de boomhut. Nu.”

Toen ze weer samen in de boomhut zaten begon Jordi meteen te praten. “Denk jij dat Sluimer er iets mee te maken heeft?” Geen antwoord. “Sarah?” Geen antwoord. “Sarah!” “Goh, wat is er, waarom schreeuw je zo?” “Hè hè. Ik vroeg, denk je dat Sluimer er iets mee te maken heeft?” “Ja natuurlijk,” antwoordde Sarah.  “Waarom zou hij anders die stallen maken?” Toen was het even stil. Totdat ze in het bos vreemde geluiden hoorden. “Wat was dat?” vroeg Sarah geschrokken. “Het leek een beetje op het geluid van een machine. Zouden ze weer verder zijn gegaan met bouwen?” vroeg Sarah aan Jordi. “Denk het,” zei Jordi. “Als Sluimer er iets mee te maken heeft, waar zijn die dieren dan?” “Geen idee. Laten we een kijkje gaan nemen in Sluimer zijn woonboot.”

Daar liepen ze naar Sluimer zijn woonboot. Toen ze er dichterbij kwamen gingen ze sluipen. Eerst keek Jordi of er niemand was en daarna probeerde Sarah de deur. Hij ging gewoon open. Zo zacht als ze konden liepen ze naar binnen en keken in het rond. Het zag er mooi uit vergeleken met de buitenkant. Sarah liep naar de woonkamer en daar op tafel lag… het koffertje.

“Jordi kom hier en snel!” zei Sarah “Wat...het koffertje,” zei Jordi, die hem nu ook zag liggen. “Zullen we hem openmaken?” vroeg Sarah. “Ja.” Ze probeerden het open te maken, maar het wou niet. “Heb jij die code nog, Sarah?” “Ja, in m’n broekzak. Hoezo?” vroeg Sarah. “Geef eens hier, dan kunnen we het koffertje misschien open krijgen,” zei Jordi. Ze probeerden de code en het lukte. “Yes!” riep Sarah. Op dat moment hoorden ze de deur open gaan en iemand binnenkomen. “Snel, neem de koffer mee en door de achterdeur naar buiten.”  Ze renden door de boot naar de achterdeur. Van de boot af en naar de boomhut.

Toen ze in de boomhut zaten was het even stil. Toen begon Sarah ineens te praten. “Zullen we kijken wat erin zit?” “Ja, is goed,” zei Jordi. Ze deden hem open. Het enige dat er in zat was een sleutel en een briefje. Sarah pakte het briefje en las het voor: “Loods 5,6,7, zorg dat ze voor donderdag half zes weg zijn! “”Wat bedoelen ze hiermee?” vroeg Jordi aan Sarah. “Hier zijn de dieren natuurlijk verstopt!” “Maar dan moeten we erheen gaan!” riep Jordi enthousiast. “We weten niet waar het is,” zei Sarah. “Laten we naar mijn vader gaan.” Ze klommen uit de boomhut en liepen naar de woonboot van Sarah. Het koffertje hadden ze voor de zekerheid maar in de boomhut gelaten. “Pap, weet jij waar loodsen staan?”  “Ja, bij het industrieterrein,” zei Joppe. “Maar wat moeten jullie daar?” “Iets voor school. Wil je ons erheen brengen?” “Ja, maar neem je mobiel mee dan kun je bellen als je klaar bent.”  “Ja, dat is goed.”

Ze waren ongeveer een kwartier onderweg toen ze bij het industrieterrein kwamen. “Zo jullie zijn er, doei!”  “Doei,” riepen ze allebei tegelijk. Ze liepen naar een meneer en vroegen waar de loodsen 5,6 en 7 waren. “Die loodsen worden al een paar jaar niet meer gebruikt. Ze staan aan het eind van het industrieterrein. Ze zijn perfect. Helemaal geluidsdicht.

Ze liepen naar de loodsen en keken naar de nummers die erop stonden. “Nummer 4, we zijn er bijna!” zei Sarah. “Daar staan ze!” riep Jordi. Hij wees naar drie loodsen die er oud en vervallen uit zagen. Ze renden erheen. Ze stonden voor de loods. “Welk nummer is dit?” vroeg Jordi aan Sarah. “Nummer 5.” Sarah probeerde de deur open te doen, maar die zat op slot. “De sleutel!” riep Jordi. “De sleutel uit het koffertje! Daarmee kunnen we hem openmaken!” Jordi gaf de sleutel aan Sarah. Sarah pakte hem aan en stopte hem in het slot, draaide hem om en ze probeerde de deur nog eens. Hij ging open. Ze keken hun ogen uit. “Wat een dieren,” zei Jordi verbaasd. Sarah pakte haar mobiel en belde het nummer dat in de krant stond. “Wat ga je doen?” vroeg Jordi. “Bellen. Ik ga vertellen dat de dieren hier zijn.

We hebben de zaak opgelost, Jordi.”

 

 



Verhaal 3 Hoofdstuk 5

Verhaal 3 - Hoofdstuk 6 - Hoofdstuk 6
Geschreven door Mariska