Verdwaald!

Jordi fluisterde in Sarah haar oor: ”Is dat onze ballon?”

“Nee, die had ik in mijn broekzak gestopt,” zei Sarah, terwijl ze de ballon uit haar broekzak haalde. “Hoe komt die ballon hier, pap?” vroeg Sarah aan haar vader. “ Gevonden!” zei Joppe. “Waar dan?” “Bij Sluimer zijn woonboot.”

Sarah en Jordi liepen weer naar buiten. “Dit is wel heel toevallig dat die ballon daar lag he?” zei Jordi.  Sarah zei niets, maar bleef stokstijf stil staan. “Wat is er, Sarah?” Sarah wees naar het paaltje waar eerst de kameel aan zat. Nu hing er alleen nog een stuk touw. “De kameel is weg!” schreeuwde Jordi.

Door het geschreeuw buiten kwamen Joppe en tante Kasja naar buiten rennen. “Wat is er aan de hand?” vroeg tante Kasja. “De kameel is weg!” riepen Sarah en Jordi tegelijk. Joppe liep naar het overgebleven stuk touw dat nog aan het paaltje bungelde. “Doorgesneden,” zei hij. “Iemand heeft hem meegenomen!” zei tante Kasja. “Zullen we hem gaan zoeken, tante?” vroeg Sarah bezorgd. “Ja snel, nu kan hij nog niet zo ver weg zijn!” “Zullen wij samen hier in de Blauwpolder gaan zoeken, Jordi?” zei Sarah. “Goed,” zei Jordi. “Dan gaan wij hier in de buurt mensen ondervragen en zoeken,” zei Joppe tegen tante Kasja, “een kameel moet toch opvallen!” Sarah en Jordi liepen gehaast richting Blauwpolder.

“Kijk daar, pootafdrukken van een kameel en daar kamelenpoep! We zijn op het goede spoor!” zei Sarah, terwijl ze steeds harder ging lopen. Sarah trok opeens Jordi achter een struik. “Bukken!” siste ze. “Daar loopt Sluimer!” “Wat doet Sluimer hier toch steeds? Zullen we hem volgen of verder zoeken naar de kameel?” vroeg Jordi. “Misschien heeft Sluimer de kameel wel meegenomen, laten we hém maar volgen, Jordi.” Voorzichtig slopen ze hem achterna. Ze kwamen snel dichterbij.

Sarah wees naar Sluimer en zei stilletjes: “Kijk, hij heeft een mes, zou hij daarmee de kameel los gesneden hebben?”

Opeens keek Sluimer achterom. Ze doken weg. Te laat! “Hij heeft ons gezien, Sarah,  hij rent weg, snel erachter aan!” Kriskras renden ze door het bos. Plotseling stonden ze stil. “Waar is hij nou?” vroeg Sarah aan Jordi. “En waar zijn wij? Hier ben ik nog nooit geweest.” “Ik ook niet,” zei Jordi. “Het begint ook al donker te worden en ik heb het koud. Hé, hoor jij dat ook?” Sarah luisterde aandachtig. “Ja, ik hoor het ook…”

Een vreemd geluid klonk door het donkere bos…