Verhalen spinnen lezen

Hieronder zie je het leesschema van Verhalen Spinnen. Elk blokje staat voor een hoofdstuk van een verhaal. Als je op een blokje klikt, verschijnt onder het leesschema dat hoofdstuk. Als een blokje nog grijs is, moet dat hoofdstuk nog geschreven worden. Om één verhaal te lezen, volg je de pijlen en de kleuren in het leesschema. Elk verhaal krijgt zijn eigen kleur.  Je kunt het lezen of de video bekijken waarin de schrijvers  hun hoofdstuk voorlezen.

Onderin het leesschema zie je bij elk verhaal open staan. Als je hierop klikt, krijg je alle hoofdstukken van dat verhaal op een rijtje te zien in een pdf-bestand. Je kunt dan het hele verhaal achter elkaar lezen. In het gekleurde schema, bovenaan elk hoofdstuk, zie je welke lijn er wordt gevolgd. Je kunt het hele  verhaal ook uitprinten.

Video bekijken
Klik op de zwarte pijl om de video te starten. Op de video zie je de schrijvers hun hoofdstuk voorlezen. Aan het eind van deze video kun je doorklikken naar het vorige of volgende hoofdstuk of de video opnieuw bekijken.



 

 

                         
Hoofdstuk 1                        
   
                 
Hoofdstuk 2
14-03-2014
                       
   
 
             
Hoofdstuk 3
21-02-2014
                       
   
 
 
         
Hoofdstuk 4
28-03-2014
                       
   
 
 
 
     
Hoodfstuk 5
04-04-2014
                       
   
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 6
16-04-2014
                       
                         
    Red ons, alsjeblieft.   Verhaal 2   Verhaal 3   Vriend of vijand.   Blijven of vluchten.   Verhaal 6


Verhaal 3 - Hoofdstuk 4 - De zoektocht

W-w-waar is d-de t-t-t-tweeling? denkt Stan. En waar is Mau?
‘MAU!!!! MAU!!!! WAAR BEN JE!!!’ roept Stan. Stan kijkt om zich heen.  ‘Whaaaaaaaaaaa!!’ roept Stan. Naast Stan staat een man met een schep.
‘Wie ben jij?’ vraagt Stan.
‘Ik ben Hans, de opa van Sofie.’
‘Wow! Dat zag ik niet aan komen.’
‘Ik heb veel over je gehoord van Sofie.’
‘Maar Sofie en Mau, waar je vast ook al veel van gehoord hebt, zijn verdwenen.’
‘WAT! Dan moeten we ze gauw gaan zoeken!’
Hans met zijn schep en Stan lopen door het bos.
‘Hans! kijk een lichtje!’ Stan rent er achteraan maar Hans kan hem niet bij houden.
‘Stan wacht!’ roept Hans.
Stan rent en rent, zoef, krak, boem. Opeens blijft Stan staan en het is stil. Hij kijkt achterom. Hans komt hijgend naar Stan toe.
‘Wat is dat Hans?’
‘Wat? Oh dat! Weet ik niet, een verlaten huis misschien?’
‘Kom, we gaan naar binnen,’ zegt Stan.
Ze doen de deur open en lopen zacht naar binnen. Als ze binnen zijn gaat de deur dicht en de felle lamp gaat aan. De tweeling is er! Opeens staat de tweeling op de trap en dan zijn ze weer beneden.
’Huh? zijn jullie een vierling?’
'Hoi!' zegt de vierling.
‘Maar hoe heten jullie eigenlijk?’
De ene tweeling zegt: ‘Wij zijn Cor en Don!’
En de andere tweeling zegt: ‘Wij zijn Henk en Frenk’. 
Ze wijzen naar een deur waar je gepraat van achteren hoort. De deur gaat open en daar ziet Stan Sofie.
‘Sofie!’ roept Stan.
Ze kijkt met een levenloze blik naar Stan en haar opa. Maar gaat dan weer verder waar ze mee bezig was.
‘We moeten hier weg!’ zegt Stan.
Maar Hans kijkt alleen maar droevig voor zich uit.
‘Hans! Hans!’ roept Stan.
Plotseling komt de vierling op ze af. Wanhopig probeert hij Hans mee te trekken. ‘Kom op Hans. HANS!!!’
Dan komt Hans eindelijk uit zijn gedachten. In een fractie van een seconde trekt hij Stan mee en samen hollen ze weg.

Samen zitten ze op de bank in het huis van Hans en denken aan Sofie.
‘Arme Sofie alleen in een kamer gehypnotiseerd, en Mau, waar zou hij zijn en wat gebeurt er daar allemaal. Het is een gekkenhuis!’
Stan kijkt naast hem en ziet dat Hans aan het huilen is. ‘Wat is er Hans?’
‘Ik wil mijn kleine Sofietje terug!!’
‘Ik ook en Mau!’
‘Kom we gaan naar de politie.’
‘Oké, is goed.’

‘Hallo wat kan ik voor jullie doen?’
‘Ja, mijn kleindochter en haar en zijn vriend zijn verdwenen’
‘Hebben jullie nog meer informatie?’
‘Eeuuhm ja, zijn kleindochter hebben we in een zwart huis diep in het bos gezien en ze is gehypnotiseerd in een kamer en ze keek ons even aan en ging weer iets doen.’
‘Wat was ze aan het doen?’ vroeg de agent.
‘Dat kon ik niet zien. En er is een vierling die vast in dat huis woont, ze vertelden hoe ze heten, twee heten Cor en Don en de andere twee heten Henk en Frenk.’



Verhaal 3 Hoofdstuk 3

Verhaal 3 - Hoofdstuk 4 - De zoektocht
Geschreven door Sacha
Verhaal 3 Hoofdstuk 5