Verhalen spinnen lezen

Hieronder zie je het leesschema van Verhalen Spinnen. Elk blokje staat voor een hoofdstuk van een verhaal. Als je op een blokje klikt, verschijnt onder het leesschema dat hoofdstuk. Als een blokje nog grijs is, moet dat hoofdstuk nog geschreven worden. Om één verhaal te lezen, volg je de pijlen en de kleuren in het leesschema. Elk verhaal krijgt zijn eigen kleur.  Je kunt het lezen of de video bekijken waarin de schrijvers  hun hoofdstuk voorlezen.

Onderin het leesschema zie je bij elk verhaal open staan. Als je hierop klikt, krijg je alle hoofdstukken van dat verhaal op een rijtje te zien in een pdf-bestand. Je kunt dan het hele verhaal achter elkaar lezen. In het gekleurde schema, bovenaan elk hoofdstuk, zie je welke lijn er wordt gevolgd. Je kunt het hele  verhaal ook uitprinten.

Video bekijken
Klik op de zwarte pijl om de video te starten. Op de video zie je de schrijvers hun hoofdstuk voorlezen. Aan het eind van deze video kun je doorklikken naar het vorige of volgende hoofdstuk of de video opnieuw bekijken.



 

 

                         
Hoofdstuk 1                        
   
                 
Hoofdstuk 2
26-04-2010
                       
   
 
             
Hoofdstuk 3
17-05-2010
                       
   
 
 
         
Hoofdstuk 4
25-05-2010
                       
   
 
 
 
     
Hoodfstuk 5
07-06-2010
                       
   
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 6
18-06-2010
                       
                         
    Jim en Marly's avontuur   Het mysterie van de rentmeester   Wie is die stem?   Verhaal 4   Klem in de Waterleidingduinen   Verhaal 6


Wie is die stem? - Hoofdstuk 6 - Hoofdstuk 6

Hij rende zo hard mogelijk weg en sleurde Marlies met zich mee. Erg ver konden ze niet rennen, het was maar een kleine grot. Die stem… Hij herkende hem… Maar wie? Wie zou het zijn? Veel tijd om na te denken had hij niet, hij hoorde de stemmen vlak achter zich. Snel trok hij Marlies een hoek van de grot in.
‘Stt’… fluisterde Jim. ‘Ze komen er aan.’
De stemmen klonken nu nog dichterbij. Opeens wist Jim wie het waren… Maar heel zeker wist hij het niet. Hij rende zijn schuilplaats uit, en ging kijken of ze echt waren wie hij dacht. Maar waar waren ze? Jim liep nog verder de grot in.
‘Jim!’ Het was de stem van Marlies. Hij dacht na. Wat was hij dom geweest! Hij had zijn zus alleen achtergelaten. Wat als de stropers haar te pakken hadden gekregen? Hij wilde er niet aan denken, misschien was hij zijn zus wel kwijt. Hij rende terug naar de plek waar hij zijn zus had achtergelaten. Ze was er niet meer, maar haar mobieltje lag er nog. Hij raapte het op. ‘Jim!’ klonk het nog een keer. Marlies! dacht hij. Ik moet haar helpen.
En dus hij rende achter de stem van Marlies aan.
`Au!’ Jim schreeuwde het uit. Hij was gestruikeld over een dood dier en nu lag zijn hele knie open.
‘Jim?’ Dit keer was het niet Marlies... Opeens herkende hij de stem van zijn vader.
‘Papa!’ riep hij.
‘Jim!’ riep zijn vader terug. `Waar ben je?’
Jim pakte Marlies haar mobieltje. Met dat licht kon hij zijn vader misschien vinden… Daar, hij zag zijn vader… Met Marlies!
‘Papa! Marlies!’ riep Jim blij. ‘Waar zijn de stropers ?’
Opeens zag hij 2 mannen achter zijn vader staan.
‘Papa! Pas op, achter je!’
Maar het was al te laat. De mannen hadden zijn vader te pakken. Marlies kon nog snel naar Jim rennen.
‘Snel, achter ze aan,’ zei Jim.
De stropers hadden niet in de gaten dat Jim en Marlies hen achtervolgden. Wie waren die stropers? Jim wist het niet. Maar hij wist wel dat Marlies en hij snel achter hun vader aan moesten! Opeens waren ze de stropers kwijt. Jim en Marlies wisten niet meer waar ze waren. ‘Gelukkig zijn we nog met z’n tweeën,’ dacht Jim.
‘Daar!’ riep hij. ‘Ze gingen die kant op!’ Ze botsten bijna tegen 2 mensen aan die uit een gangetje van de grot kwamen: Vader en de rentmeester.
‘Snel, achter de stropers aan,’ riep Jim. ‘Ze gingen die kant op!’
Vanaf dat moment ging alles heel snel. Vader en de rentmeester haalden de stroper in en pakten ze.
‘Maar jullie zijn…’ begon vader. ‘Jullie zijn de boswachters!’
‘Maar waarom deden jullie dit?’ vroeg Jim.
‘Geen tijd voor vragen,’ zei een van de boswachters. ‘We moeten uit deze grot, er ligt een bom!’
Een paar dagen later stond er in de krant:

Bom aanslag in grot.
Er waren 2 kinderen en 4 volwassenen bij er is nog geen verdachte die het gedaan zou kunnen hebben. Er wordt nu gezocht naar vingerafdrukken op een stukje van de bom. We hopen dat er snel bekend is wie het heeft gedaan.

Ik ben tenminste blij dat jullie er weer zijn zegt moeder.
Ik ben ook ontzettend blij dat ik niet meer in die stomme grot zit met die vieze dieren.
En zo kwam alles toch nog goed.



Wie is die stem? Hoofdstuk 5

Wie is die stem? - Hoofdstuk 6 - Hoofdstuk 6
Geschreven door Leerlingen CBS De Haven groep 7 en 8