Verhalen spinnen lezen

Hieronder zie je het leesschema van Verhalen Spinnen. Elk blokje staat voor een hoofdstuk van een verhaal. Als je op een blokje klikt, verschijnt onder het leesschema dat hoofdstuk. Als een blokje nog grijs is, moet dat hoofdstuk nog geschreven worden. Om één verhaal te lezen, volg je de pijlen en de kleuren in het leesschema. Elk verhaal krijgt zijn eigen kleur.  Je kunt het lezen of de video bekijken waarin de schrijvers  hun hoofdstuk voorlezen.

Onderin het leesschema zie je bij elk verhaal open staan. Als je hierop klikt, krijg je alle hoofdstukken van dat verhaal op een rijtje te zien in een pdf-bestand. Je kunt dan het hele verhaal achter elkaar lezen. In het gekleurde schema, bovenaan elk hoofdstuk, zie je welke lijn er wordt gevolgd. Je kunt het hele  verhaal ook uitprinten.

Video bekijken
Klik op de zwarte pijl om de video te starten. Op de video zie je de schrijvers hun hoofdstuk voorlezen. Aan het eind van deze video kun je doorklikken naar het vorige of volgende hoofdstuk of de video opnieuw bekijken.



 

 

                         
Hoofdstuk 1                        
   
                 
Hoofdstuk 2
26-04-2010
                       
   
 
             
Hoofdstuk 3
17-05-2010
                       
   
 
 
         
Hoofdstuk 4
25-05-2010
                       
   
 
 
 
     
Hoodfstuk 5
07-06-2010
                       
   
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 6
18-06-2010
                       
                         
    Jim en Marly's avontuur   Het mysterie van de rentmeester   Wie is die stem?   Verhaal 4   Klem in de Waterleidingduinen   Verhaal 6


Jim en Marly's avontuur - Hoofdstuk 1 - Mysterie in de waterleidingduinen

  Video bekijken
Klik op de zwarte pijl om de video te starten. Op de video zie je de schrijvers of de leerlingen hun hoofdstuk voorlezen. Aan het eind van deze video kun je doorklikken naar het vorige of volgende hoofdstuk of de video opnieuw bekijken.

Eigenlijk moest je een kaartje kopen voor een euro. Maar Jim’s ouders hadden een jaarpas voor de Waterleidingduinen. Niet dat zij vandaag mee waren, of dat hijzelf de pas bij zich had, maar hij kende de konijnengang. Daar was hij nu ingekropen en hij zat precies in het donkere gedeelte. Op dit punt kwam er geen licht meer van achter, en geen licht meer van voren.
Toen ze een stuk kleiner waren hadden ze de konijnengang ontdekt. Ook toen liep de gang al onder het metershoge hek door, en konden Jim en zijn zus naar binnen en buiten kruipen wanneer ze wilden. Nu waren ze groter, maar de gang was ook een stuk groter intussen. Niet door de konijnen, maar door geduldig graafwerk van Jim. Het was handig om een ingang voor jezelf te hebben. Om zes uur moesten alle wandelaars de duinen uit en ging het hek dicht. Dankzij de gang was Jim dan vaak nog een uurtje in de duinen, alleen. Als de rentmeester geen ronde maakte. Dan nog, de kans dat hij die tegen het lijf zou lopen was klein, erg klein. Het gebied was zo uitgestrekt.
Hij krabbelde overeind en schudde het duinzand uit zijn haar, en spuugde een keer. Meteen kwam de hond van de rentmeester aanlopen.
‘Hé Bobbie!’ zei Jim terwijl hij de hond aanhaalde. ‘Het gaat regenen, denk je niet?’
Hij klom de duin voor hem op en keek in het rond. Rechts van hem, aan de zeekant, was de lucht al donkergrijs. Jim vroeg zich af hoe lang het nog zou duren voor de bui hem zou bereiken. Hij hield van de regen. De duinen veranderden er van. Wandelaars zochten snel hun auto op, de rentmeester ging zijn administratie bijwerken. Allemaal bang om nat te worden. Jim was niet bang voor water en Bobbie ook niet.
‘Zullen we bij het drijfzand gaan kijken?’
Als het regende ging hij vaker kijken in het gebied achter de borden ‘drijfzand’. Als het zand daar doorweekt raakte, kon het zand veranderen in blubber, waarin je tot je middel wegzakte. Verder niet, had de rentmeester hem eens verteld, verdrinken zou je echt niet. Maar een nacht lang vastzitten zou vast geen pretje zijn. En om acht uur moest hij thuis zijn, zomer en winter, door de week of weekend. Zijn ouders geloofden in eenvoudige regels.
De eerste druppels raakten het duinzand en veranderden in donkere stippen. Hij woonde vlakbij en de duinen waren zijn wereld. Er liepen herten rond, die in het voorjaar kalfjes kregen, net als de reeën. Als de zon onder ging zag het op sommige plekken bijna zwart van de vleermuizen. Er waren vossen, waarvan hij er één na jaren zover had weten te krijgen dat hij uit zijn hand at. En konijnen, overal konijnen. Dat was de reden dat je altijd moest kijken waar je liep: als je in een hol stapte, verzwikte je al snel een enkel. Eigenlijk mocht niemand de paden af. Maar dit waren zijn duinen, hij wist wat hij deed. En de rentmeester had er nog nooit wat van gezegd.
Toen hij de klem zag, stond hij meteen stil.
‘Wat is dit?’ vroeg hij aan Bobbie, die nieuwsgierig aan het metaal snuffelde.
‘Wat doet dit in een natuurgebied? Hier dump je toch je zooi niet?’
Pas toen hij de gespannen veer zag, en de kabel waarmee de klem aan de stam van een grote struik vastzat, begreep hij waar het metalen ding voor bedoeld was.
‘Het is om wild te vangen, Bobbie.’ Hij bukte en trok de hond snel weg.



Pagina: 1 2
Volgende
Jim en Marly's avontuur - Hoofdstuk 1 - Mysterie in de waterleidingduinen
Geschreven door Niels Rood
Jim en Marly's avontuur Hoofdstuk 2
Het mysterie van de rentmeester Hoofdstuk 2