Verhalen spinnen lezen

Hieronder zie je het leesschema van Verhalen Spinnen. Elk blokje staat voor een hoofdstuk van een verhaal. Als je op een blokje klikt, verschijnt onder het leesschema dat hoofdstuk. Als een blokje nog grijs is, moet dat hoofdstuk nog geschreven worden. Om één verhaal te lezen, volg je de pijlen en de kleuren in het leesschema. Elk verhaal krijgt zijn eigen kleur.  Je kunt het lezen of de video bekijken waarin de schrijvers  hun hoofdstuk voorlezen.

Onderin het leesschema zie je bij elk verhaal open staan. Als je hierop klikt, krijg je alle hoofdstukken van dat verhaal op een rijtje te zien in een pdf-bestand. Je kunt dan het hele verhaal achter elkaar lezen. In het gekleurde schema, bovenaan elk hoofdstuk, zie je welke lijn er wordt gevolgd. Je kunt het hele  verhaal ook uitprinten.

Video bekijken
Klik op de zwarte pijl om de video te starten. Op de video zie je de schrijvers hun hoofdstuk voorlezen. Aan het eind van deze video kun je doorklikken naar het vorige of volgende hoofdstuk of de video opnieuw bekijken.



 

 

                         
Hoofdstuk 1                        
   
                 
Hoofdstuk 2
01-03-2009
                       
   
 
             
Hoofdstuk 3
09-03-2009
                       
   
 
 
         
Hoofdstuk 4
16-03-2009
                       
   
 
 
 
     
Hoodfstuk 5
23-03-2009
                       
   
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 6
01-04-2009
                       
                         
    Verhaal 1   Coevorden gered   Coevorden, een stad of niet?   Verhaal 4   Strijd om de Stadsbrief   Verhaal 6


Coevorden, een stad of niet? - Hoofdstuk 4 - Hoofdstuk 4

  Video bekijken
Klik op de zwarte pijl om de video te starten. Op de video zie je de schrijvers of de leerlingen hun hoofdstuk voorlezen. Aan het eind van deze video kun je doorklikken naar het vorige of volgende hoofdstuk of de video opnieuw bekijken.

‘Ik heb hem!’ gilt Klaartje.
Met één sprong zit ze boven op Rolf, die omvalt door de onverwachte beweging. Ze grist de rol perkament uit zijn hand en gooit die naar Menno.
‘Vang en ren!’
Veel tijd om na te denken heeft Menno niet. Hij grijpt de rol uit de lucht en begint te rennen, op de voet gevolgd door Anna. Menno rent door straten en stegen, zonder een moment stil te staan. Behendig volgt hij het smalle middenpad dat in de sneeuw is uitgesleten. Eindelijk blijft hij staan.
‘Waar gaan je heen?’ hijgt Anna.
‘De brief mag niet weer uit Coevorden verdwijnen,’ vindt Menno. ‘Ik ga naar het kasteel en verstop me op de zolder. Jij moet mijn vader waarschuwen en zeggen dat ik de brief heb.’
Anna knikt aarzelend.
‘Maar die Rolf is een knecht van de bisschop en het kasteel is van de bisschop.’
‘Klopt,’ zegt Menno en hij grijnst. ‘Maar ik geloof nooit dat Rolf dit in naam van de bisschop doet. Die heeft die stadsbrief immers net gegeven. Er moet iemand anders achter zitten. Daarom moeten we naar het kasteel. Ik denk dat de bisschop ons zal beschermen.’
Het laatste stuk naar het kasteel lopen ze rustig, tot ze de poort in zicht krijgen. Daar stoot Anna Menno aan en trekt hem achter een muurtje.
‘Rolf staat voor de poort!’ fluistert ze. ‘Hoe kom je daar ooit naar binnen?’
Menno heeft geen idee. Lange tijd staan ze met zijn tweetjes te kijken naar de mensen die de poort in en uitgaan. Ze moeten allemaal langs Rolf.
‘Kijk!’ zegt hij dan ineens.
Hij wijst. Klaartje. Ze is bijna onherkenbaar, want ze heeft jongenskleren aan. Haar haar is weggestopt onder een muts. Ze draagt een mand, die bijna net zo groot is als zijzelf.
‘Appelen, mooie appelen!’ roept ze.
‘Klaartje!’ sist Menno en hij trekt haar achter het muurtje. ‘Wat doe jij hier?’
‘Sinds mijn ouders niet meer leven, woon ik bij mijn tante. En ik moet haar kostgeld betalen. Vandaar dat ik allerlei baantjes heb. Die Rolf is trouwens een echte engerd.’
Ze knikt in de richting van de knecht van de bisschop die nog steeds voor de poort van het kasteel staat.
‘Vandaar dat ik me verkleed heb. Ik hoop dat hij me zo niet herkend. Hij beschuldigt jou en mij van diefstal van een belangrijk document. Hij vertelt aan iedereen die het weten wil, dat hij er persoonlijk voor zal zorgen, dat de dieven aan de galg komen.’
‘We moeten het kasteel in,’ zegt Menno weer. ‘Maar hoe?’
‘Ik weet het,’ zegt Anna dan. ‘Klim de mand in, ik leg appels over je heen. Klaartje en ik dragen je het kasteel in. Mijn gezicht kent hij niet en Klaartje is onherkenbaar. Dan ga ik weer naar buiten, om je vader te waarschuwen. Dan hoop ik dat hij je komt helpen!’
Ze lacht.
Zo lopen Anna en Klaartje even later recht op Rolf af. Tussen hen in dragen ze een mand....



Coevorden, een stad of niet? Hoofdstuk 3

Coevorden, een stad of niet? - Hoofdstuk 4 - Hoofdstuk 4
Geschreven door Martine Letterie
Coevorden, een stad of niet? Hoofdstuk 5